LEESTAFEL




naar overzicht leesstukken

HET GEHEIM VAN DE BEELDHOUWER
 
Wel niemand zal zijn kleuterleeftijd te boven gekomen zijn zonder kleurboeken, een verfdoos, en boetseerklei (en krasplaatjes, ha!). Daardoor kan iedereen zich redelijk goed voorstellen hoe schilderijen tot stand komen.
Voor marmeren en bronzen beelden en voor penningen geldt dat wat minder. Een beeldhouwer is zeer technisch bezig in zijn kunst. Een paar van zijn geheimen willen we hier wel onthullen. Zonder de pretentie dat het altijd op deze zelfde manier gebeurt. Maar we willen niet in iedere zin "bijvoorbeeld" of "in het algemeen" zeggen, ondanks dat er zoveel varianten bestaan.

Fré Jeltsema, De Smart
Prix de Rome 1902
voorstudie in klei
 
marmer en gips
Als uitgangspunt boetseert een beeldhouwer zijn "model" in klei. Het voordeel boven marmer is dat, als je teveel hebt weggehakt, dat je gewoon weer een klont klei tegen je beeld kunt aanplakken. Door klei te bakken in een oven wordt het steenhard. Voor een terracotta beeld is het daarmee klaar.
Gips is de vriend van de beeldhouwer. Enerzijds is de prijs van een blok gips zo laag, dat de beeldhouwer het risico er de neus af te slaan voor lief neemt, en zijn model direct in gips houwt. Bovendien het voordeel dat gips zich veel makkelijker laat bewerken dan steen. Anderzijds is gips met water het ideale materiaal om afgietsels van een kleimodel te maken, een"negatief" zoals dat ook in de fotografie heet. En desnoods van dat gipsen negatief weer een gipsen positief. Tegenwoordig maakt men ook vaak afgietsels met rubber.
Moet er een marmeren beeld komen, dan kan de beeldhouwer het model benutten om de afstanden te bepalen tot de buitenvlakken van een blok marmer, voor een aantal belangrijke details van het ontwerp. Die afstanden worden in het blok overgebracht door gaatjes met overeenkomstige diepte te boren, "puncteren". Daaraan ziet de beeldhouwer dan tot welke diepte hij door kan gaan met weghakken van het materiaal.


Tootje
Fré Jeltsema
Terracotta

 

brons
Voor een bronzen beeldje dient het kleimodel als positief om een negatieve "mal" met vloeibare gips te gieten. De problemen die overwonnen moeten worden zijn: contactvlakken moeten niet aan elkaar blijven kleven, en de mallen moeten zo gekozen worden dat uitsteeksels van het beeld het uitnemen uit de mal niet verhinderen. Dus er zijn minstens twee mallen nodig. Met een set negatieve mallen wordt een positief beeld van was gegoten. Desgewenst kan dit herhaald worden.
Alternatief wordt het beeldje uit "boetseerwas" gemodelleerd.

 



Het wasbeeldje wordt ingepakt in gewapende leem. Deze negatieve gietvorm voor het brons behoudt door een bindmiddel en het kleibakproces zijn vorm, ook als de was eruit wordt gesmolten (methode van "cire perdue" of "verloren was"). De holte wordt nu gevuld met vloeibaar brons (koper met ca. 10 procent tin) bij ongeveer 1000 graden celsius. Kanaaltjes zorgen ervoor dat het metaal erin gegoten kan worden, en dat de lucht anderzijds kan ontsnappen. De negatieve omhulling wordt na het stollen weggebroken. Dus wasbeeldje en omhulling gaan beide verloren. Maar door te beginnen met het gieten van meer dan één wasbeeldje kunnen meerdere identieke bronzen beeldjes geproduceerd worden.
Voor een groot bronzen beeld wordt een negatieve gietmal gemaakt in vormzand, een kleibevattend materiaal dat de details goed kan vasthouden. Plus een "kern" die er voor zorgt dat een hol beeld met een beperkte wanddikte ontstaat. Het complete beeld wordt gevormd door het in onderdelen te gieten, en die delen aan elkaar te lassen.


Fré Jeltsema aan slag
Gespeelde actiefoto

 


Fré Jeltsema,Rouw, brons

 

penning
Een penning kan gegoten worden, maar ook kan een penning "geslagen" worden. Dat gebeurt door een sterke "stempel" in een machine met grote kracht op een minder sterke metaalplaat te drukken. Het eigenlijke "slaan" van de penning met een hamer is ver verleden tijd.
Met twee stempels ter weerszijden van de metaalplaat, net als met een wafelijzer, fabriceert men tweezijdige penningen. De zijde met een portret of andere afbeelding wordt "voorzijde" genoemd. Op de "keerzijde" staat toelichtende tekst. Een enkelzijdige penning heet officieel een "plaquette".
Een stempel wordt gemaakt van ongehard ijzer met rond 1 procent koolstof, dat goed te bewerken is met metaalbeiteltjes, boortjes en "frezen". Een frees doet nog het meest denken aan een soort draaiend boortje. Het wordt in een freesmachine evenwijdig aan het oppervlak bewogen, en maakt zodoende een holletje, kommetje of gleufje in het metaal.
In plaats van een gaatje er door heen zoals een boor. Een model kan mechanisch tot een stempel gekopieerd worden door een "reduceermachine". Aan de ene kant tast de machine het model punt voor punt af, aan de andere kant wordt de stempel tot overeenkomstige diepte uitgehold. De afbeelding wordt ondertussen op schaal verkleind, gereduceerd. Vroeger gebeurde dat helemaal mechanisch, maar de huidige techniek vertoont analogie met de keten scanner - computer - printer.
Nadat het negatief van de penning op deze wijze in het ijzer is gegraveerd, wordt de stempel verhit en door onderdompeling in een oliebad snel afgekoeld. Bij dit zogeheten "harden" wordt het ijzer zeer veel sterker.


Model in gips door Fré Jeltsema voor de penning
ter gelegenheid van de overdracht van
het Museum Mesdag

 
galvano
Er bestaat ook nog een elektrische methode om een metalen kopie van een kleimodel te produceren, via een proces dat bekend staat als galvaniseren. Daartoe wordt, met de tussenstap van een negatieve afdruk, een positieve afdruk van het model in was gevormd. Vervolgens wordt het oppervlak van de wasafdruk elektrisch geleidend gemaakt door er grafietpoeder op te stuiven. De geleidende wasafdruk wordt nu als elektrode in een bad met kopersulfaat gehangen, en verbonden met de negatieve pool van een accu. Tijdens het elektrolytisch proces slaat er koper neer op de wasafdruk. Zodra de koperlaag dik en stevig genoeg is, kan deze replica losgenomen worden van de wasafdruk. De achterzijde wordt met ander metaal verder verstevigd, en de voorzijde bijvoorbeeld nog weer verzilverd. De"galvano" is nu klaar. Nauwelijks te onderscheiden van een geslagen penning. Door met meer dan één wasafdruk van het kleimodel te beginnen, krijgt men het gewenste aantal kopieën.



Fré Jeltsema, Rembertus Jeltsema
Verzilverde galvano

 

multidisciplinair
Het metaalgieten, het lassen, het harden van stempels, het slaan van penningen – daarvoor moet de beeldhouwer met allerlei specialisten samenwerken, een door mannen gedomineerd milieu. Zo heeft Koninklijke Begeer in 1906 voor de jonge dame Frederika Jeltsema de hiernaast getoonde penning geslagen.
De in goud uitgevoerde penning, met hun portret en face op de "voorzijde", werd aan het echtpaar Mesdag-van Houten aangeboden op de dag van hun gouden huwelijksfeest in 1906. Het Nederlandse volk, vooral enkele adelijke dames en heren, betuigde hiermee zijn dank voor de overdracht in 1903 van het Museum Mesdag (afgebeeld op de "keeerzijde") aan de Staat der Nederlanden.
Zie verder Jeltsema Penningkabinet.



Bronzen afslag van de penning volgens
het ontwerp van Fré Jeltsema
 
Rob en Winky Vetter De Jeltsemavleugel omvat ook:

- de Beeldenzaal
- het Penningkabinet, en verder – op de Leestafel – de leesstukken:
- Fré Jeltsema, beeldhouwer m/v (korte biografie)
- Boerendochter wordt gevierd beeldhouwer (monografie Jeltsema)
- Een goed gebaar van Johan de Witt (interpretatie van het standbeeld)
 

www.mesdagvancalcar.nl, 1 maart 2008