LEESTAFEL



naar overzicht leesstukken

         
         
 
Figuur 1.Broers en zusters. Geesje zit achter de tafel



  Schilderexcursies rond Twello



Toen de schilder Taco Mesdag in 1882 in Sappemeer trouwde, kwam hij terecht in een huis vol jonge vrouwen. Zijn echtgenote, de schilderes Geesje van Calcar, had namelijk 5 zusters (figuur 1).

Dokter Berend van Calcar zorgde dat niet alleen zijn twee zoons een goede opleiding kregen. Zijn oudste dochter Fenna werd pianolerares, de anderen gingen het onderwijs in. Behalve Geesje dan. Die ging schilderen en trouwen, in die volgorde. Diewertje en Marie van Calcar begonnen in Twello (gemeente Voorst) een kostschool voor meisjes. Een jaar later kwam Tjabbina erbij.
 
  Taco en Geesje Mesdag gingen na hun trouwdag in Scheveningen wonen. Schilderen deden ze veel vanuit, en in, hun boerderij-atelier in het Drentse Vries. Veel werk draagt een titel met een Drentse plaatsnaam, vooral de heidegezichten van Taco.

Een tekening van een standerdmolen van Geesje werd door de eigenaar aan Noorden of Kortenhoef toegeschreven, geliefde locaties voor de Haagse Schoolschilders (figuur 2).


 
Figuur 2 Geesje Mesdag-van Calcar, Standerdmolen



 
 
Figuur 3. Molen in Twello, ansicht


 

We hebben de molenliteratuur bestudeerd voor alle molen-plaatsnamen die we in het oeuvre van Taco en Geesje Mesdag zijn tegengekomen. In Kortenhoef noch Noorden konden we Geesjes molen van figuur 2 situeren.


Van een olieverfschilderij Molen te Twello van Taco (Pictura Groningen 1889) kenden we geen afbeelding. Maar geheel onverwachts leek de vroegere standerdmolen in Twello van de ansicht (figuur 3) wel heel erg op die van figuur 2. Dus in plaats van Taco's molen hadden we die van Geesje ontdekt !
Ook Taco's Molen te Twello moet er zo hebben uitgezien


 
  Twello
Toen schoot ons te binnen dat we eens een ontoonbaar zwartige xerox-kopie hadden gekregen van een molenschilderij van Taco, zonder titel of verblijfplaats. Ook hier bleek de gelijkenis frappant.
Dit moest het molenschilderij van de Pictura-tentoonstelling zijn.

En een jaar later dook er tot onze grote verbazing en vreugde bovendien nog een aquarel op van Taco met tot in detail dezelfde afbeelding (figuur 4).
Dus driemaal Molen te Twello.



 
Figuur 4. Aquarel van Taco Mesdag, geïdentificeerd als Molen te Twello
 
 


Figuur 5. Stroomgebied van de IJssel met ter oriëntatie vier
grote steden, en een zestal dorpen die bij schilderijen van
het echtpaar Mesdag genoemd worden (schematisch).
De rechte lijnen zijn spoorwegen.


  Het viel ons verder op dat zij in de periode 1889 tot 1893 een aantal werken hadden geëxposeerd, gesitueerd in een klein gebied rond de IJssel: Hattem, Wapenveld, Twello, Loenen, Ruurlo (figuur 5). Geen typisch populaire schildersdorpen, zoals bijvoorbeeld Heeze toen al was.  
 

Twello? Dat was toch die plaats waar de zusjes van Geesje een kostschool hadden gesticht? Die was gevestigd in de riante villa Eureka op de hoek van de Terwoldseweg (figuur 6).
In de beschrijving van een wandelroute wordt lovend over de school van de dames Van Calkar (!) geschreven.
– "Een goed kwartier buiten de kom van het dorp vertoont zich een ruim, nieuw en smaakvol gebouw, kenbaar aan de vierkante, torenvormige belvedère op den hoek, te midden van een vrij uitgestrekt park. Dit is voor ons een der bakens op de reize. 't Is Euréka, de gunstig bekende kostschool der dames Van Calkar. 'Naast de kostschool' moesten wij den zijweg op Terwolde vinden."


De school is in 1887 verhuisd naar Zutphen, 15 km naar het zuiden.


 
Figuur 6. Villa Eureka





 
 
Figuur 7.Watermolen Ruurlo nu (www.waterradmolens.nl)
  Ruurlo
Hoewel het een pure veronderstelling is, nemen we aan dat Taco en Geesje van de rust in de zomermaanden hebben geprofiteerd om bij de zussen in de kostschool te gaan logeren, en hier en daar een schilderwaardig object te signaleren. Zo een interessante plek kon de watermolen van Ruurlo zijn. Vanuit Twello of Zutphen kun je heel gemakkelijk met de trein in Ruurlo komen. Daar stond bij het kasteel Ruurlo een dubbele watermolen, aangedreven door de Baakse Beek (figuur 7).
 
  Toen wij zelf die watermolen opzochten herkenden we hem onmiddellijk als een van de titelloze olieverfstudietjes van Geesje (figuur 8).  


Figuur 8.Geesje Mesdag-van Calcar, studietje.


 
 
Figuur 9. Watermolen Ruurlo, oude ansicht



  Zo moet dus ook Taco's schilderij Watermolen te Ruurlo eruit hebben gezien. En net als op de oude ansicht (figuur 9). Het werd in 1889 bij Pictura Groningen geëxposeerd. Huidige verblijfplaats onbekend.

De dubbelmolen was al rond 1830 ontmanteld. De gemeente Ruurlo heeft het kasteel met een van de molengebouwen aangekocht van de baron Van Heeckeren, en in gebruik genomen als gemeentehuis. De molen is gerestaureerd, helaas zonder de twee raderen en het drijfwerk.
 

Vorden

Intussen stroomt de beek verder in de richtiing van zijn eindbestemming, de IJssel.
Onderweg, zo'n 10 km ten westen van Ruurlo, komt Taco Mesdag, de beek volgend in de richting van Zutphen, weer een watermolen tegen, namelijk iets voorbij Vorden. Blijkens een onlangs opgedoken schilderij, heeft Taco Mesdag deze molen uitgebeeld (figuur 11). De molen hoort bij het kasteel Hackfort. De eigenaar, die 23 boerderijen bezit, maalt hier zijn graan.

Maar zo ziet de watermolen van Vorden er helemaal niet uit. Dat is een stenen gebouw met een zwart dak (figuur 10).
Het opgedoken schilderij, figuur 11, vertoont een watermolen met een beetje sjofele houten opbouw, op een eenzame plek in het bos.
 


Figuur 10. Watermolen bij Vorden (Jaimy Buunk)




 
 
Figuur 11. Taco Mesdag
, Molen bij Vorden

 

De ingezette zoekactie naar Taco's molen mondde echter uit in de vondst van een oude ansicht van de molen van Vorden, die iedere twijfel wegnam (figuur 12).
Dezelfde versleten houten opbouw, met wat loshangende planken, het kneppelbruggetje, de schuimende beek, tot aan de vertakte boom achter de brug toe.
Zelden bleef een schilderstuk zo dicht bij de werkelijkheid!

We zijn dit schilderij van Taco Mesdag niet in een catalogus tegengekomen, maar gezien de nabijheid van Ruurlo moet het in dezelfde periode tot stand zijn gekomen als de watermolen daar.
Het schilderij, en enkele van de hand van Geesje Mesdag, zijn in bezit gekomen van de familie van Elize van Calcar, een nichtje en leeftijdsgenoot van Geesje, ook uit Hoogezand. Waarschijnlijk al in een vroeg stadium, nog voor een expositie.


 
 

Het landgoed Hackfort en de molen zijn in 1981 gelegateerd aan Natuurmonumenten na het overlijden van Johanna Baronesse van Westerholt van Hackfort. De molen kreeg de stenen opbouw die ons even in verwarring had gebracht.

Er waren altijd problemen met de wateraanvoer, maar in 1997 zorgde het Waterschap voor een goede waterstand in de Baakse Beek. Er kwam een nieuwe stuw en een nieuw rad.
Op zaterdagen wordt er gemalen ten behoeve van veevoer, en er kan ook een zaaginstallatie worden aangesloten.
De molen fungeert bovendien als waterkrachtcentrale voor NUON.

 

 

 

Figuur 12. Watermolen Vorden (www.inoudeansichten.nl)





 
 
Figuur 13. Centrum van Hattem. Middenonder: het Tinneplein
waarover straks meer


  Hattem
Ook Hattem lag binnen de actieradius van Twello-Zutphen.
Maar je kunt je afvragen wat schilders van het open landschap, zoals vooral Taco was, daar als onderwerp verwachtten.
Ze konden nog niet het Anton Pieck Museum of het Voerman Museum bezoeken, die nu in Hattem gevestigd zijn, aan de Noordwal / Achterstraat (figuur 13).



 
  Anton Pieck had niets met Hattem te maken, hoewel het stadje zich uitstekend leende voor Piecks archaïserende schilderstijl,
die bij het grote publiek zo zeer in de smaak valt (figuur 15,
collectie Anton Pieck Museum).
Er zijn twee Jannen Voerman: junior, algemeen bekend vooral door de thematische plaatjes die kopers van Verkadebeschuit konden verzamelen in albums, en Jan Voerman senior. Die had wel met Hattem te maken: hij heeft daar een groot deel van zijn leven gewoond en heeft naam gemaakt met zijn schitterende IJssellandschappen (figuur 14, Voerman Museum). Twee interessante musea dus, die ook exposities wijden aan andere kunstenaars.
Jan Voerman sr. was bevriend met zijn schoolgenoot Willem Tholen, die later schildersleerling van Gabriel is geworden. Misschien zijn langs die weg enthousiaste verhalen over het pittoreske Hattem bij de Mesdags beland. Mogelijk zijn ze zelfs bij collega Voerman op bezoek geweest.



Figuur 14. Jan Voerman Sr. De IJssel, uitsnede


 
 
Figuur 15. Anton Pieck. Hattem 19e eeuw
uitsnede
Geesjes nichtjes van moederskant, Geesje en Barbara Klaassesz, waren lerares in Zwolle. Ook zij kunnen hun nichtje en haar man attent hebben gemaakt op het schilderachtige nabijgelegen stadje Hattem.
Het zijn weer titels in een tentoonstellingscatalogus die ons op het spoor hebben gezet van Taco en Geesjes verblijf hier. Van Geesje waren ons bekend: Buurtje te Hattem en Straatje te Hattem. Schilders zijn niet al te consequent in de naamgeving van hun werk, dus het zou hier om een en hetzelfde schilderij kunnen gaan. De titels komen echter in 1893 voor in dezelfde catalogus van Pulchri. Geesje Mesdag heeft dus twee stadgezichten van Hattem geschilderd.
 
  Tijdens onze zoektocht naar werk van de Mesdags stuitten we op een schilderij genaamd "Vrouw met juk op boerenerf". Alleen het woord juk klopte. Een melkmeisje loopt op een straatje.
Op verkenning in Hattem, zagen we huisjes die sterk leken op het "Boerenerf": witte gevels en rode daken, net als in het negentiende-eeuwse Hattem van Anton Pieck.
Inwoners van Hattem suggereren, desgevraagd, dat Geesjes schilderij het Tinneplein voorstelt, dat inmiddels evenwel is afgebroken (figuur 18). Een oude ansicht ervan, maar wel al gemoderniseerd met bestrating en gasverlichting (figuur 17) maakt inderdaad dezelfde indruk als het schilderij.

   Figuur 16. Geesje Mesdag-van Calcar, Straatje te Hattem





 
Figuur 17. Tinneplein op oude ansicht


  Later vonden we in Het Vaderland een recensie van die Pulchri-tentoonstelling in 1893, waar Geesjes Straatje te Hattem hing. Toen we daarin, na zeer lovende woorden over bloemstillevens van mevrouw Mesdag-van Calcar, lazen over "de groep dorpshuisjes in volle zon" waren we helemaal overtuigd.
De recensent schreef verder "(dit schilderij) bewijst hoe veelzijdig deze schilderes, van wie we nog weinig zagen, in haar kunst is, of nog belooft te worden".
Het schilderij Vrouw met juk op boerenerf heette dus oorspronkelijk "Straatje te Hattem". De nieuwe eigenaars hebben het die naam terug gegeven.


 
  Op 1 juli 1893 werd de prestigieuze tentoonstelling van München geopend. Onder de Nederlandse deelnemers treft men de namen aan van Gabriel, Therèse Schwartze, Bart van Hove, en ook van Taco en Geesje Mesdag.
Geesje had onder andere het schilderij "Der Jadenfelt bei Hattem" ingezonden. Dat woord bestaat niet in het Duits. Wat anders kan de bedoeling zijn dan Wapenveld bij Hattem? Had Taco weer zo slordig geschreven?
Geesje had dus hard gewerkt voor de tentoonstellingen van 1893. Ook Taco heeft zich in Hattem verdienstelijk gemaakt. Van hem is de titel Landschap bij Hattem in de catalogus opgenomen.
Misschien ook wel bei Jadenfelt.

Figuur 18. Tinneplein nu, na reconstructie




 
 
Figuur 19. Taco Mesdag, Naar Huis (Drenthe)



  Loenen
Zoals gezegd was de kostschool van de dames Van Calcar in 1887 verhuisd naar Zutphen. Van daaruit was het dorp Loenen wel heel gemakkelijk te bereiken: 10 km. Het kon natuurlijk ook per trein, maar dan moest je via Apeldoorn.

De Veluwe was in zekere zin vergelijkbaar met Taco Mesdags favoriete schildergebied Drenthe. Het was ook een dunbevolkte streek met arme grond, waar in die tijd met niet veel anders iets viel te verdienen dan met de schapenhouderij. Maar het was toch verschillend. Drenthe was kaal, eindeloos. Dat drukte Taco ook graag uit in zijn heidegezichten. Figuur 19.
Het Veluwse landschap was intiemer en bosrijk.



 
 

In en rondom Loenen stonden wel twintig schaapskooien.
Taco heeft een aardige plek gekozen en er een vredig schapentafereel weergegeven (figuur 20). Geesje wijdde er een van haar studietjes aan (niet afgebeeld).
Een beschrijving hoe de localisering van het schilderij gelukt is wordt gegeven in het artikel "Loener Schaapskooien" op de Leestafel van het Webmuseum.


Het woord schaapskooien in de titel is misschien niet helemaal terecht. Het lijken meer boerderijen, te oordelen naar de moestuin rechts op het middenplan, en de schoorstenen op de daken
(vergelijk figuur 21).

 

 
Figuur 20. Taco Mesdag, Schaapskooien te Loenen

 
 


Figuur 21. Keuterboerderij op de Veluwe
  

Het schilderij is in 1891 onder de titel Schaapskooien te Loenen voor het eerst bij Pulchri Studio geëxposeerd.
In 1893 heeft het gehangen op de tentoonstelling van Levende Meesters in Arnhem. Een zeer toepasselijke plaats.
Al met al hebben de omzwervingen in het IJsselgebied opgeleverd:
1 tekening
1 aquarel
2 olieverfstudies
8 olieverfschilderijen.
De lokatie van de meeste werken is door onderzoek vastgesteld, en in sommige gevallen is identificatie met een tentoonstellingstitel gelukt.
Bijna alle objecten zijn door de tand des tijds verdwenen, uitgezonderd de watermolens in Ruurlo en Vorden.
Toch twaalf titels voor Taco en Geesje Mesdag samen. De schilderexcursies rond Twello bleken een inspirerende onderneming.

 
   
Loener Schaapskooien
op de Leestafel
Molen Vorden   www.molendatabase.nl
en www.inoudeansichten.nl
Ruurlo www.waterradmolens.nl
 
  Rob en Winky Vetter

     

www.mesdagvancalcar.nl, 1 februari 2011