LEESTAFEL
EEN AMSTERDAMSE JOFFER EN HAAR
BROER Jacob en Coba Ritsema |
||
Coba Ritsema werd bekend als een van de "Amsterdamse
Joffers". Om vrouwen in de kunst te stimuleren kende koningin Wilhelmina
haar een onderscheiding toe. Ze was een van de eerste schilderessen die
stemrecht kregen bij kunstenaars-vereniging Arti te Amsterdam. Zij werkte het grootste deel van haar leven in haar atelier aan het Singel, waar zij vooral stillevens en portretten schilderde. |
![]() Coba Ritsema |
|
![]() Jacob Ritsema |
||
Veel minder bekend
is het werk van haar broer Jacob, de landschapschilder. Als leerling van
Constan Gabriel kreeg hij een gedegen opleiding, waarna hij zijn eigen weg
ging. Veel van zijn mooie waterlandschappen ontstonden in Kortenhoef. Hoewel
tijdens zijn leven gewaardeerd bij het publiek en de kunstcritici, is hij
nu nog maar bij weinigen bekend. Hij speelde als mens en als schilder een belangrijke rol in het leven van zijn zus Coba. |
||
![]() |
![]() |
de familie De Ritsema's stamden oorspronkelijk uit Groningen, waar de familie ruim twee eeuwen, vanaf ± 1585, de kloosterboerderij "Zuidwende" te Stitswerd bewoonde. Ype Ritsema werd in 1742 burger van de stad Groningen. Zijn zoon Coenraad trok naar het westen en vestigde zich in Haarlem. Daar werd hij in 1765 aangesteld als makelaar over de houtskolen in het gilde van goud- en zilversmeden, wat inhield dat hij het vuur moest verzorgen. Hij woonde in het gildehuis aan het Goudsmidpleintje in Haarlem, nog steeds herkenbaar aan de gevelsteen. |
![]() Zuidwende te Stitswerd, Noord-Groningen |
|
Zijn kleinzoon Jacob Ritsema (1803-1867) was boekdrukker en kunsthandelaar,
tevens amateurschilder. Op een schilderij uit 1820, waarop zijn familie
in het ouderlijk huis geportretteerd is, zien we hem al schetsend uitgebeeld,
te midden van zijn ouders en vijf broers. Soms komt er van hem nog werk
op een veiling te voorschijn. Hij trouwde met Trijntje Pet, kleindochter
van de Hoornse goud- en zilversmid Reinier Brons. Deze Jacob was niet de eerste bekende schilder in de familie. In biografische aantekeningen betreffende Amsterdamse schilders wordt genoemd: Jacob Ritsema (1618-1658), van Groningen, schilder. Hij zou bevriend geweest zijn met Rembrandt. |
![]() Het Gildenhuis van de goud- en zilversmeden te Haarlem |
|
Coenraad Ritsema (1834-1916), zoon van Jacob en Trijntje
Pet, genoot in Düsseldorf een opleiding tot lithograaf en volgde zijn
vader op als eigenaar van de Haarlemse boek- en steendrukkerij Met en Meijlink.
Hij trouwde met de Rotterdamse Jeanette Moulijn en zij trokken in bij de
drukkerij aan de Lange Begijnestraat nr. 20. Hier werden vier kinderen geboren,
als oudste Jacob Coenraad (1869) en als jongste Jacoba Johanna (1876). Ze
werden opgevoed in een kunstzinnige omgeving. Vader Coenraad was een vaardig
lithograaf. Hij bewonderde de schilders van de Haagsche School en was bevriend
met enkelen van hen. Ook aan moeders kant was er aanleg voor tekenen: de
schilder - etser Simon Moulijn was een neef van Jeanette. Niet alleen was
er belangstelling voor de beeldende kunst, de familie was ook muzikaal en
de kinderen speelden piano. |
|
|
![]() Jacob Ritsema, Visser, olieverf op doek, particuliere collectie |
opleiding Het is dan ook niet vreemd, dat drie van de kinderen kozen voor een opleiding in de beeldende kunst, lithograaf of schilder. En zusje Catherine wilde pianiste worden. Op vijftienjarige leeftijd vertrok onze Jacob naar Düsseldorf, om daar aan de academie een vierjarige tekenopleiding te volgen. Broer Johan ging naar Parijs om te leren voor lithograaf. De twee zusjes Catherine en Coba kregen geen toestemming het huis uit te gaan voor een studie. Wel was het voor die tijd opmerkelijk, dat ze alle twee een beroepsopleiding mochten volgen. Catherine behaalde eerst een diploma van de Nederlandsche Toonkunstenaars Vereeniging voor pianolerares, en daarna werd de pianist Dirk Schäfer voor twee jaar haar leermeester. |
|
![]() Coba Ritsema, studie Gipskopje, potlood op papier 50 x 43 cm, particuliere collectie gemaakt tijdens opleiding |
Coba kreeg eerst tekenlessen aan de School voor Kunstnijverheid in Haarlem, waarna ze in 1893, op zeventienjarige leeftijd, toegelaten werd tot de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, als de jongste van de damesklas. Hier nam ze gedurende vier jaar teken- en schilderlessen. Onze Coba werd door haar medestudente Lizzy Ansingh "het knapste kind van de klas" genoemd. |
|
![]() Coba Ritsema, Stilleven met verjaardagskopje 1895 olieverf op doek, 40 x 50 cm Kunstuitgeverij De Egge |
||
![]() Constan Gabriel, Jacob Ritsema aan het werk schets, 15 x 10 cm, particuliere collectie |
Ondertussen was Jacob, na zijn academietijd in Düsseldorf, onder leiding gekomen van Gabriel. Hij woonde enige tijd bij Gabriel en diens vrouw in Scheveningen. Gabriel trok regelmatig met Jacob door het land om buiten te schilderen. Uit een brief van Gabriel van 1898, gericht aan Jacobs ouders, blijkt duidelijk hoezeer hij en zijn vrouw op Jacob gesteld waren: "wij houden veel van Jacob en met belangstelling volgen wij zijn levensloop ... ". In dezelfde brief schrijft Gabriel, dat werk van Jacob in de Pulchri Studio heel goed geplaatst hangt en veel bijval vindt, vooral onder de jongeren. Coba was na haar academietijd nog zeer onzeker over haar werk en wilde
les hebben van Verster of Breitner, maar beiden vonden dat ze haar eigen
weg moest gaan, en dat ze haar weinig te leren konden bieden. WeI kreeg
ze aanwijzingen van Bauer en ondersteuning van haar broer Jacob. |
|
atelier In Haarlem had Coba haar atelier in een theekoepel aan de Brouwersvaart. Tot haar verdriet werd deze na enige jaren afgebroken "waarvoor ze natuurlijk lelijke huizen in de plaats hebben gezet", zoals ze zei. Er bestaat een brief van Coba aan haar moeder, die in een hotel in Maastricht verblijft met Jacob, die herstellende is van een ernstige ziekte. Daarin vertelt zij "Met gunstig weer werk ik nog op 't hofje waar ik bepaald congestie opdoe van de kopjes koffie en thee, die ik er krijg". |
|
|
Na de afbraak van haar Haarlemse werkruimte vond ze een atelier aan het Singel 512 in Amsterdam. Ze dacht daar een korte periode te werken, en lessen bij Thérèse Schwartze te nemen. Van die lessen kwam niet veel, weI bleef ze haar leven lang schilderen in dit atelier. Zij woonde niet hier, maar aan de Jan Luykenstraat 23. | ![]() Het atelier van Coba Ritsema |
|
Jacob vestigde zijn atelier in Haarlem op de bovenste
verdieping van het huis aan de Rozenstraat 3, waar zijn zusje Catherine
(Tine) woonde. Zij was getrouwd met de violist Gerard Kruijer, met wie ze
concerten gaf in de concertzaal der Sociëteit "Vereeniging".
Gerard werd aangesteld als tweede en snel daarop als eerste violist van
het Concertgebouworkest, dat destijds onder leiding stond van Willem Mengelberg.
Tine en Gerard gaven ook piano- en vioollessen. |
![]() Coba Ritsema, Tine en Gerard Kruijer-Ritsema, pastel 100 x 85 cm, particuliere collectie |
|
![]() Jacob Ritsema, Geraniums, olieverf op doek, 42 x 56 cm, particuliere collectie |
werk Jacob was vooral landschapschilder, hij schilderde o.a. in Drenthe, Brabant, Bretagne, Kortenhoef en op de Veluwe, samen met zijn neef Simon Moulijn, met zijn leermeester Gabriel en later met zijn eigen leerlingen. Naast zijn tekeningen en landschappen maakte hij ook stillevens en bloemstukken. Hij werkte voornamelijk met olieverf, ook zijn er enkele aquarellen en pastels van hem bekend. |
|
![]() Coba Ritsema, Geitenstal, ets, 26 x 20 cm, particuliere collectie |
Coba's werk bestaat hoofdzakelijk uit stillevens en portretten.
Zij gebruikte naast olieverf ook vaak pastelkrijt. Eén etsje heeft
ze op haar naam staan. Zoals boven gezegd had zij haar atelier vierhoog
aan het Singel. De ruimte bestond uit twee in elkaar overlopende kamers.
Hier omringde zij zich met kunstvoorwerpen, kleurige doeken, en boeketten
bloemen, en op verschillende ezels stond werk van haar. In de aangrenzende
kamer ontving ze haar bezoek. Er werd daar ook thee gedronken met haar schildersvriendinnen,
ze bespraken en beoordeelden elkaars werk. Samen werden zij bekend onder
de naam "de Amsterdamse Joffers" . |
|
koeien verkampen In de periode, dat Jacob in Kortenhoef werkte maakte hij kennis met Alijda van den Broeck. Hij bezocht haar vaak in haar ouderlijk huis, de boerderij aan de Kortenhoefsedijk, naast de bakkerij van de familie. Op 3 november 1911 trouwde hij met haar. Ze gingen in Den Haag wonen, waar hun zoon Coen geboren werd, en daarna enkele jaren in 's Graveland. Daar kwam dochter Alijda ter wereld. In 1922 keerde Jacob terug naar Haarlem, ditmaal met zijn gezin, en hij vestigde zich daar aan de Parklaan, nummer 91. Zijn ouders waren inmiddels overleden en broer Johan had de drukkerij overgenomen. 's Zondags kwamen Coba en Johan, beiden ongetrouwd gebleven, eten bij Jacob en Lijda, er werd naar muziek geluisterd en er werden spelletjes gedaan. |
![]() Jacob Ritsema, Waterlandschap, aquarel, 35 x 45 cm, particuliere coll. |
|
Er was belangstelling voor het werk van Jacob en Coba en hun schilderijen werden goed verkocht. Toch moesten ze beiden, hoewel met tegenzin, soms tegemoet komen aan de wens van hun opdrachtgevers. Een bekend gezegde bij Jacob thuis werd: "Jacob is koeien aan het verkampen", naar de uitdrukking onder de boeren voor het verplaatsen van de koeien, als een opdrachtgever de koeien liever ergens anders op een schilderij zag. |
|
|
portretten Bij Coba is er duidelijk verschil in portretten, gemaakt in opdracht, en die van zelfgekozen modellen. Coba portretteerde vele familieleden, er zijn prachtige portretten in donkere tinten olieverf van haar ouders. Fijn getekende portretjes van haar tantes Trui en Net, en kleurige pastels van haar nichtjes, en van haar zusje Tine met haar man Gerard, en een olieverfportret van Tine. ![]() Coba Ritsema, Portret van Tine |
![]() Coba Ritsema, Tante Trui Ritsema, potlood op papier, 27 x 21,5 cm, part. coll. |
|
Ook is er een olieverfportret van Marie van
den Arend, schilderes (1876 - 1946). Dit was een hartsvriendin van Coba,
ze had dezelfde leeftijd en was ook leerlinge van de school voor kunstnijverheid
te Haarlem. Zij schilderde vooral bloemstukken en stillevens.
|
![]() Coba Ritsema, Marie van den Arend, olieverf op paneel, 61 x 110 cm particuliere collectie |
|
![]() Jacob Ritsema, Viooltjes, olieverf op doek, 29 x 24 cm, part. collectie |
nooit meer schilderen In 1938 verhuisde Jacob met zijn gezin naar Laren in het Gooi, waar zij "Klein Lindenhof" bewoonden, een gezellig atelierhuis. In datzelfde jaar overleed zijn vrouw Alijda. Hij ging toen schilderen in Kortenhoef en Nunspeet, en voltooide eerder opgezet werk in zijn atelier in Laren. Ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag in 1939 organiseerden zijn schildersvrienden een eretentoonstelling voor hem in Hotel Hamdorff. In 1943 overlijdt hij plotseling. Op het moment, dat Coba het overlijdensbericht van haar broer Jacob in Amsterdam ontving, was de heer Van Rijn, een bewonderaar en verzamelaar van Coba's werk, bij haar in haar atelier. "Nu kan ik nooit meer schilderen" was haar bedroefde reactie. |
|
![]() Coba Ritsema, Tulpen, olieverf/doek, 50x63,5 cm, particuliere collectie |
Coba had haar hele carrière lang advies gevraagd aan Jacob, als
ze problemen had bij de uitwerking van een schilderij, of om een oordeel
te geven over het eindresultaat. Er ging geen doek haar atelier uit zonder
de goedkeuring van broer Jacob. Maar nu kon Coba haar broer geen advies meer vragen. Nu werd Jacob begraven
achter het oude kerkje in Kortenhoef, omringd door het polderland, dat
hij zo mooi heeft weergegeven. |
|
![]() Coba Ritsema, Meisje in het rood, olieverf op doek 37 x 28 cm, particuliere collectie |
Coba werkte natuurlijk toch verder,
en tot op hoge leeftijd beklom ze de vier steile trappen naar haar atelier.
Op elke verdieping stond een stoel, om even te rusten. Af en toe bezocht Coba haar nichtje in Laren. Ze bracht dan prachtige cadeautjes mee voor ons, haar achternichtjes. Het was in de vijftiger jaren, wij waren toen tieners. Een bezoek van tante Coba was voor ons heel speciaal. Haar tengere, iets gebogen gestalte gekleed in een lange zwarte jurk, met rijglaarsjes aan en een excentriek hoedje dat ze altijd op hield, maakte indruk op ons. Ze was een lieve, maar een beetje wereldvreemde vrouw. Haar opmerking
tijdens een van deze bezoeken, dat wij dametjes nu wel op de leeftijd
waren gekomen om een corsetje te gaan dragen, veroorzaakte bij ons enige
hilariteit. de kunst". Ze vond een laatste rustplaats in haar geboortestad Haarlem. |
|
|
||
Palet van Coba Ritsema | ||
Heleen de Jonge- de Leur. |
Meer over Jacob Ritsema in een
schilderijenzaal, een interview,
een korte biografie, en het schildersdorp
Kortenhoef. Werk van Coba in de Coba Ritsemazaal. Een deel van deze webpagina is in 2007 gepubliceerd op de site kunst.nl |
www.mesdagvancalcar.nl , 15 mei 2009, 1 mei 2012