LEESTAFEL
Een maantje bij Taco Mesdag |
||
Toen ik de aquarel Dorpsgezicht
van Taco Mesdag voor het eerst zag dacht ik meteen: foutje! Hij laat de
maan in het noorden ondergaan, in plaats van het westen. Die windrichting
kun je toevallig zo goed uit de aquarel opmaken omdat de kerk van Vries
er op staat, met de toren links en het koor rechts, ongeveer gezien vanuit
de tuin van Taco's Drentse zomeratelier, Rezzago. En omdat die kerk vrijwel precies oost-west gebouwd is, volgt daaruit dat de schildersblik naar noord gericht is, ten naaste bij. Figuur 2. Nou ja, de maan staat niet midden achter op het schilderij, maar iets naar links, dus noordwest kan het dan ook wel zijn, maar niet west in elk geval. |
![]() Figuur 1. Taco Mesdag, Dorpsgezicht, aquarel 1888, collectie Groninger Museum |
|
|
![]() Figuur 2. Plattegrond Vries rond 1888 met de kerk en het atelier Rezzago |
|
Als de aarde niet om zijn as zou draaien, maar
alleen in zijn jaarlijkse baan om de zon zou rondlopen, zou het voor ons
net lijken of de zon in het vlak van de aardbaan een cirkel langs de sterrenhemel
beschreef, de ecliptica of dierenriem. Kijkend vanaf de aarde naar de zon
tegen een achtergrond van de sterrenhemel, lijkt het net of niet de aarde
maar de zon beweegt. Het heeft drie of vier milleniums gekost om te ontdekken
dat het niet waar is. Maar voor de beschrijving is het handig om aan die
fout vast te houden. Natuurlijk kan je de sterrenhemel achter de zon niet echt zien, al bestaat hij wel degelijk ook overdag. Maar men kan een kijker op de zon richten, en de plaats aan de sterrenhemel, die men precies 12 uur later in die zelfde richting ziet, met 180 graden corrigeren. De baan van de zon, de dierenriem, is een denkbeeldige lijn door 12 sterrenbeelden, waarvan de namen ten onrechte zeer bekend zijn door de astrologierubrieken van kranten en tijdschriften. Ten onrechte, ja. Een sterrenbeeld is een verzameling lichtpuntjes aan de hemel die in de verste verte niet doet denken aan de naam die het beeld draagt. De betrokken sterren liggen, zelfs op kosmische schaal, helemaal niet in elkaars buurt. En ze hebben ook volstrekt geen invloed op het dagelijks leven van de rubrieklezers, die daar gretig in schijnen te geloven. De meesten van hen hebben nog nooit een sterrenbeeld van de dierenriem aanschouwd. Bovendien vallen, tengevolge van een trage tolbeweging van de aardas, de 12 vakken van de dierenriem niet meer precies samen met de oorspronkelijke sterrenbeelden. Bijvoorbeeld Maagd wordt door Leeuw opgeslokt, Ram is veranderd in Vissen, sinds het Ur der Chaldaeën. |
|
|
hemelequator Aangezien de aarde wél dagelijks om zijn as draait, ziet de beweging van de (stilstaande) zon er uit als een langs de hemel heen en weer lopende cirkel, zoals hieronder uitgelegd wordt. De aardas (en dus ook de hemelas), die een constante hoek van 66,5 graden maakt met de aardbaan (en dus met vlak van de dierenriem) blijft het hele jaar door, en zelfs een mensenleven lang, op dezelfde ster gericht, de Poolster. Sterren die daar in de buurt liggen, beschrijven dagelijks denkbeeldige cirkels aan de hemel. Hetzelfde geldt trouwens voor alle sterren aan de hemel, maar de verder weg gelegen cirkels worden door de schijnbaar stilstaande horizon in tweeën gedeeld. De hemelequator, een vlak loodrecht op de aardas, snijdt de hemelbol als één van die cirkels. Zie Figuur 4. In werkelijkheid staat de sterrenhemel natuurlijk stil en draait de aarde, maar we doen alsof. Omdat de aardas niet loodrecht op de aardbaan staat, valt de dierenriem niet samen met de hemelequator. Bij de dagelijkse rondgang van de sterrenhemel slingert de dierenriem dientengevolge nogal heen en weer, zoals een fietswiel waar een flinke slag in zit. Maar de individuele sterren op de dierenriem beschrijven wel allemaal een nette denkbeeldige cirkel. In het bijzonder geldt dat voor de plek waar de zon zich op iedere aparte dag bevindt. |
|
|
dagbogen De zon doet de ronde van de dierenriem in 365 dagen. Per dag verplaatst hij zich dus praktisch over 1 graad van de 360. Bij precieze beschouwing volgt de zon daarom een schroeflijn, waarvan de schroefdraad echter zo fijn is dat er met het blote oog niets van te merken valt. Gemakshalve doen we of de zon per dag steeds een andere, naastliggende, cirkel doorloopt, die door de horizon wordt verdeeld in een dagboog en een nachtboog. Op twee plaatsen in het jaar verandert de schroeflijn van richting: namelijk midden in de zomer en midden in de winter. De betrokken punten op de dierenriem heten het zomerpunt en het winterpunt. Zie figuur 5. Alleen als de dagboog samenvalt met de hemelequator gaat de zon precies in het westen onder. De snijlijn van horizon met hemelequator loopt oost-west. Aan Fig. 5 is te zien dat zonsondergang op de zomerboog zelfs wel zo noordelijk als "noordwest" kan optreden. Dat gebeurt op 21 juni. |
![]() Figuur 5. Dag- en nachtbogen, bovenin die van het zomerpunt, onderin de boog van het winterpunt. Midden daartussen het equatorvlak, de boog waarop de zon precies in het westen ondergaat. Op de horizon de vier windrichtingen noord, oost, zuid en west. De dierenriem is niet ingetekend, het werd te vol. |
|
de maansikkel |
![]() Figuur 6. Verklaring van de schijngestalten van de maan. Twee lijntjes kijken steeds naar de linker en de rechterzijde van de maanschijf vanaf de aarde in het middelpunt van de maanbaan. |
|
Tussen laatste kwartier en nieuwe maan doet de maan zich voor als een
sikkel met afnemende dikte. En iets dergelijks tussen nieuwe maan en eerste
kwartier, maar nu is het een sikkel in spiegelbeeld. De verlichte kant
is steeds naar de zon gekeerd. Het is wat ze in de fotografie een tegenlichtopname
noemen. De lichtbron staat achter de maan maar tegelijk iets opzij. De
afnemende sikkel lijkt op het linker teksthaakje van het toetsenbord "(". |
![]() Figuur 7. De sikkel van wassende maan, ongeveer drie dagen na nieuwe maan. |
|
maan verraadt datum De maan komt wel twaalf keer per jaar tijdens zijn rondgang door het zomerpunt, en gaat dan in het noordwesten onder. Dus zo zeldzaam is dat niet. Maar het is niet ieder jaar op dezelfde data, en het is niet steeds in dezelfde schijngestalte. Als ook de schijngestalte van de ondergaande maan bekend is, is het weer wel zeldzaam: één keer per jaar. De loop van de zon en de maan op hun weg langs de dierenriem kan voorgesteld worden met het beeld van een klok. De twaalf sterren-beelden vormen het analogon van de 12 uren. De zon speelt voor kleine wijzer die eenmaal rond draait in precies een jaar. De maan vertegenwoordigt de grote wijzer, die in die zelfde tijd 12 maal rond draait. Het zomerpunt kiezen we bij de "12". Wanneer de zon daar staat, is het 21 juni. Als onze klok op "1 uur" staat, schijnt de zon van rechts op de maan. Het is een sikkel bij wassende maan. Figuur 8. De zon staat daarbij één sterrenbeeld vóór het zomerpunt, dus de datum is 21 mei. Twee maanden later staat de zon bij "11". Het is dan 21 juli. Op het moment dat de grote wijzer (de maan) nu door het zomerpunt gaat wordt hij van links aangeschenen. Dat geeft een sikkel bij afnemende maan. Figuur 9. |
|
|
Helaas is het wel een beroerde klok. Dat de
wijzers allebei linksom draaien, nemen we voor lief. Maar erger is dat de
grote wijzer (de maan), niet precies 12 keer rond loopt bij 1 omgang van
de kleine wijzer (de zon). Het is een half onsje meer. Pogingen om in de
kalender veelvouden van de heilige getallen zeven en twaalf te verwerken
hebben schipbreuk geleden. De consequentie is dat de samenstand van de wijzers
(nieuwe maan) niet ieder jaar bij het zomerpunt valt. Soms een paar dagen
eerder, soms wat later. Maar in grote lijnen blijft het verhaal overeind.
Als je de maanstanden uit een kalender kunt aflezen, weet je de datum van
een driedags sikkel wel.
Taco Mesdag heeft zijn aquarel gesigneerd met het jaartal 1888. Dus
de data van de maanstanden zijn in principe bekend voor dat jaar. |
|
|
zonsondergang De maan is wel degelijk overdag zichtbaar, hoewel sommige mensen denken dat maan bij nacht hoort. Ik probeer al een paar jaar of ik de afnemende maan boven de noordwest horizon kan zien. Maar meestal is de hemel bewolkt, en dan moet ik weer een jaar wachten, dan vergeet ik het weer een keer, en dan gaat er weer een jaar voorbij. En dan komen er ineens andere belangrijkere zaken. Met het gevolg dat ik alleen maar enkele goede aantekeningen heb van februari 2003. Verkeerde tijd, verkeerde windrichting. Maar wel was de maan vanaf het laatste kwartier tot 3 dagen voor nieuwe maan goed te volgen, zelfs terwijl het volop daglicht was. Het laatste sikkeltje zag er uit als een heel dun draadje. Niet te vinden als je niet wist waar je moest zoeken. Op Taco's aquarel is het avond. De bewolkte lucht is half licht, half donker en het landschap verkeert in schemer. De maan staat boven de kim, maar hoe lang nog? De hoogte van de maan boven de horizon schat ik op een graad of vijftien. De hemelbol draait 360 graden in 24 uur, dat is 15 graden per uur. Dus de maan heeft nog een uur. De sikkel is die van een afnemende maan, dus de zon moet linksboven in de buurt van de maan staan op 1 sterrenbeeld afstand ongeveer. Dat is 1/12 van de dierenriem, die in 24 uur ronddraait. Dus de zon bevindt zich ruwweg 2 + 1 = 3 uur voor zonsondergang. Hier stuiten we op een ongerijmdheid. Drie uur voor zonsondergang: dat is halverwege de middag ! |
|
|
avond Heeft Taco zich dan toch vergist? Is hij in de war tussen de sikkels van afnemende en wassende maan? Dat kan ik ook nooit uit elkaar houden. Hij heeft het landschap 's avonds gezien. Toen was het natuurlijk te donker om te gaan zitten schilderen. Dat moest de volgende dag, en voor een deel uit het geheugen. De horizoncontour kon hij nog wel raadplegen: het was vlak bij Rezzago, waar Taco Mesdag en zijn vrouw Geesje hun zomeratelier hadden. Figuur 10 - 12. Maar het was maar helemaal de vraag of hij de maan de volgende avond weer kon zien. Het sikkeltje, met de vorm van het linker teksthaakje, zou nog dunner zijn, en misschien waren er nu zelfs nog meer wolken dan op Dorpsgezicht. Als het bedoeld is als een rechter teksthaakje, dan wordt de situatie weer wel begrijpelijk. De zon is dan twee uur vóór, in plaats van achter, op de maan. Terwijl de maan nog één uur boven de kim heeft, is de zon dus al een uur geleden onder de horizon verdwenen. Dus dan is de avond echt gevallen. |
![]() Figuur 11. Geesje Mesdag-van Calcar, Kerk van Vries (Tuintje van Rezzago) |
|
Hiervoor bestaat een sterk argument: op Taco's Dorpsgezicht
brandt er achter sommige raampjes al licht. Figuur 13. Het is dus vast niet
halverwege de middag, maar avond. Een uur na zonsondergang. Dit pleit voor
de interpretatie van wassende maan. De vraag rijst, waarom moeten we wel twijfelen aan de realiteit van één facet van de afbeelding en niet van een ander? Het antwoord is: Taco Mesdag is een van die schilders, die er een eer in stellen de werkelijkheid zo goed mogelijk weer te geven. Hij heeft, zoals gezegd, de aquarel vast niet dezelfde avond nog gemaakt. En denkelijk heeft hij toen alleen twee vormen verward, die zich slechts onderscheiden als elkaars spiegelbeeld. Een andere consequentie is dat de situatie van een sikkel bij wassende maan zich voordoet in mei in plaats van juli. Mei klopt goed met de voorstelling op de aquarel. De bomen staan al vol in blad, maar de akkers net buiten het dorp hebben nog geen hoog graan, zoals bijvoorbeeld wel op Taco's schilderij Vrouw in korenveld bij Vries. Figuur 12. Interessant: door die extreme maansondergang in het noordwesten op de aquarel Dorpsgezicht kun je de maand van de afbeelding bepalen. En met een maankalender van het betrokken jaar de dag. En tenslotte ook nog het uur uit de hoogte boven de horizon. Maand, dag, uur. Dit is geen magie. De klok en de kalender zijn gewoon gebaseerd op de zon en de maan. |
![]() Figuur 12. Taco Mesdag, Vrouw in korenveld bij Vries |
|
Een herder met zijn kudde schapen haast zich in de bocht van de zandweg
naar Vries, naar de veilige schaapskooi. Zilverig oplichtende wolken worden
aangeschenen door de zon, die zo pas is ondergegaan. En een maansikkel
gluurt net even tevoorschijn door een gat in het wolkendek. |
![]() Figuur 13. T. Mesdag, Dorpsgezicht, detail. Coll. Groninger Museum |
|
Rob Vetter |