Het bijzondere is dat de afmetingen van de beide
doeken gelijk zijn, namelijk 56 x 72 cm, alleen is het formaat van de
Tuin staand en van de Kerkgang liggend.
De toren en het koor van de kerk zijn te zien met de bekende eiken ervoor
en een gedeelte van een rietgedekte boerderij links ervan. Op de voorgrond
een grasveld en een informele hoogopgaande beplanting, gescheiden door
een gebogen pad. Opmerkelijk zijn de lage houten kruisen, rechts naast
het pad, drie op de Tuin, vijf op de Kerkgang. Ze herinneren aan het kerkhof
dat tot 1827 rondom de kerk heeft gelegen, dus ver voor Geesje Mesdags
tijd. De naam "Tuin" is dus misplaatst; wie heeft er nou grafkruisen
in zijn tuin. Links van het midden in het kwadrant linksonder staat op
de Tuin een vrouw bij de kruisen, op de Kerkgang ook een vrouw, nu met
een kind aan de linkerhand. Je kunt je afvragen of er van kerkgang sprake
is: waarom zijn er niet meer mensen op de been? Het kan ook een grafbezoek
betreffen, hoewel de vrouw een kapje voor alledag draagt en geen rouwkapje.
De schilderijen laten beide een zomerse situatie zien. Er staan volop
planten in bloei, maar bij de Kerkgang overheerst de kleur wit en bij
de Tuin geel. Daardoor maakt het eerste een frissere indruk. Het heeft
ook een zware, druk bewerkte vergulde lijst, waarover smaken natuurlijk
verschillen. Het verkeert in uitstekende staat, wat van de Tuin niet kan
worden gezegd. Dat is, wellicht door het vervoer naar verschillende tentoonstellingen,
nogal beschadigd en moet worden gerestaureerd. De huidige gemeente Tynaarlo
hoeft geen spijt te hebben dat de Tuin in 1989, toen het aan de gemeente
werd aangeboden door geldgebrek niet is aangekocht.
Tussen Vries en Den Haag
Geesje van Calcar, die de schilderijen tussen 1882 en 1900 moet hebben
gemaakt, werd in Hoogezand geboren. Niet in 1851, en haar voornaam was
niet Gesina. De geboorte-akte vermeldt ondubbelzinnig het geboortejaar
1850 en de voornaam Geesje. Einde hardnekkig misverstand.
Geesje bezocht de Tekenacademie Minerva in Groningen en kreeg vervolgens
in Brussel nog een half jaar schilderles van de Nederlandse schilder P.J.C.
Gabriel.
Ze trouwde in 1882 met Taco Mesdag, die toen al 53 jaar was. Taco had
zich in het jaar daarvoor uit de effectenbank van de familie teruggetrokken
om zich eindelijk helemaal aan het schilderen te kunnen wijden. Hij had
in 1877 van Grietje van Houten, de weduwe van Izaäc Blaupot ten Cate,
de boerderij Rezzago in Vries gekocht. In het bedrijfsgebouw achter het
huis had hij zijn atelier ingericht.
|

's Zomers verbleven Geesje en Taco er veel om het
Drentse landschap te schetsen en te schilderen.
Ze woonden in Den Haag, net als Taco's broer Hendrik Willem, de zeeschilder.
Diens vrouw, Sientje van Houten, was een zusje van de bovengenoemde Grietje
en van Sam van Houten, het kamerlid van het bekende kinderwetje. Sientje
was pas op latere leeftijd met volle inzet gaan schilderen.
Nogal wat Haagse schilders zochten de verlatenheid van de Drentse heide
op in de jaren 1880, toen de omgeving van Den Haag steeds meer bebouwd
raakte en niet meer interessant was om te schilderen. Een aantal van hen
heeft in Rezzago gelogeerd en bij Vries gewerkt.
Vries is niet meer wat het is geweest. Waar Geesjes schildersezel heeft
gestaan, is nu het dorpshuis. De boerderij is er niet meer. Het slingerpad
is nog te zien maar daar is alles mee gezegd. Rezaggo is afgebroken, daar
is nu de wijk de Fledders. Geesje Mesdag-van Calcar is bij velen onbekend.
Misschien omdat ze niet echt de publiciteit zocht. Ze zal aan de vergetelheid
worden ontrukt door de biografie die nu wordt opgesteld. De biografen
zijn bezig de titels te verzamelen van alle door Geesje gemaakte schilderijen,
aquarellen en tekeningen. Lezers die werk bezitten of kennen met de signatuur
G. Mesdag v. Calcar, of GMvC, of van Calcar, wordt vriendelijk verzocht
dit aan de schrijvers te melden (Rob en Winky Vetter), opdat zo goed mogelijk
recht wordt gedaan aan deze vrouw, die er aan bijgedragen heeft Drenthe
op de kaart te zetten.
(Het besproken
schilderij bevindt zich in de Rezzagozaal)
|