Coba Ritsema (1876 – 1961) groeide op in een kunstlievend en artistiek gezin, met een zus en twee broers. Een van haar broers, Jacob, was ook schilder.
De band tussen Coba en Jacob met Geesje Mesdag-van Calcar werd gevormd door Constan Gabriel, leermeester van Geesje en Jacob.
Lag bij Jacob het zwaartepunt van zijn werk bij het landschap, Coba maakte vooral stillevens en portretten.
Bij het vergelijken van bijvoorbeeld de werken Tulpen met Bloemstilleven, en Meisje met strik met Meisje met kat ziet u hoezeer zij zich in heel verschillende schilderstijlen wist uit te drukken. Het is opvallend hoe ook in portretten de expressie uiteenloopt. Het lijkt erop dat verwanten en vriendinnen terwille van de gelijkenis nuchter worden geportretteerd, en dat Coba voor haar schildersmodellen vaak een meer impressionistische weergave koos.
Coba Ritsema was een van de Amsterdamse Joffers. Zij had een gedreven bewonderaar, die haar werk verzamelde: de heer Van Rijn. Haar leven wordt in een stuk op de Leestafel van dit Webmuseum beschreven.
De Coba Ritsemazaal is samengesteld door gastconservator Heleen de Jonge-de Leur, een achternichtje van Coba Ritsema.